Werken als ambulancechauffeur trekt veel mensen aan. Je wilt graag hulp bieden, houdt van autorijden en vindt het fijn om iets maatschappelijks bij te dragen. Het is echter geen beroep dat je zomaar kunt starten. Je moet voldoen aan diverse voorwaarden.
Vooropleiding en basisvoorwaarden
Iedereen die ambulancechauffeur wil worden, heeft minimaal een mbo-opleiding op niveau 3 of 4 nodig. Die opleiding hoeft niet per se in de zorg te zijn, zolang je het diploma hebt behaald. Daarnaast is een geldig EHBO- en reanimatiediploma verplicht. Die kennis van levensreddend handelen is van begin af aan nodig. Je moet je aanmelden bij een Regionale Ambulancevoorziening (RAV), omdat je de opleiding alleen krijgt als je in dienst bent of gedetacheerd wordt bij zo een RAV.
Rijbewijs en medische geschiktheid
Voor de meeste ambulances is een C1 rijbewijs nodig. Dit is een rijbewijs voor voertuigen van meer dan 3.500 kg, maar maximaal 7.500 kg, bijvoorbeeld een zwaar uitgeruste ambulance. Soms is zelfs een volledig rijbewijs C vereist, afhankelijk van het gewicht van het voertuig dat gebruikt wordt. Met dat rijbewijs mag je voertuigen besturen vanaf 3.500 kg tot maximaal 50.000 kg, terwijl C1 beperkt blijft tot 7.500 kg.
Je moet aantonen dat je medisch geschikt bent om zo’n rijbewijs te mogen halen. Dus een medische keuring en gezondheidsverklaring zijn verplicht. Word je goedgekeurd, dan ontvang je van de RDW een geschiktheidsverklaring die geldig is tot één jaar na afgifte.
Wat houdt de opleiding in?
De opleiding tot ambulancechauffeur duurt doorgaans zeven tot negen maanden. Je doorloopt dan theorie, praktijklessen en werkervaring op de post bij een RAV. De Academie voor Ambulancezorg in Harderwijk biedt een geaccrediteerd programma dat bestaat uit negen thema’s verdeeld over circa 31 opleidingsdagen. Tussen opleidingsdagen werk je in de praktijk onder begeleiding van een praktijkbegeleider van de RAV.
Je krijgt theoretische lessen over verkeersinzicht, medische kennis en veiligheidsprotocollen, en praktijktrainingen gericht op voertuigbeheersing, rijden met optische en geluidssignalen en samenwerken met een ambulanceverpleegkundige. Tijdens integratiemomenten leer je als team te functioneren aan de patiëntenzijde.
Programmatic toetsing leidt tot EPA-ompetenties (Entrustable Professional Activities). Je verzamelt datapunten in een portfolio en aan het einde van de opleiding beoordelen zowel Academie als praktijkbegeleider of je taken zelfstandig mag uitvoeren.
Ervaring, competenties en praktijk
Ambulancechauffeur zijn vraagt meer dan alleen rijden. Je moet stressbestendig zijn, snel beslissingen kunnen nemen, goed kunnen communiceren met zorgprofessionals en omstanders, en flexibel zijn in wisselende omstandigheden. Naast rijtaken help je bij kleine onderhoudsklusjes aan de ambulance zoals controle van lampen, olie en medicatiebox en houd je hygiëne in de auto in de gaten.
Spoedritten en planvervoer wisselen elkaar af. Als chauffeur draag je mede-verantwoordelijkheid bij medische handelingen door materialen aan te reiken, te ondersteunen bij infuus, ECG of reanimatie, en te overleggen met de meldkamer, ziekenhuizen of hulpdiensten.
Je werkt nauw samen met een verpleegkundige en vormt een professioneel team. In sommige regio’s begin je als derde op de wagen, zodat je tijdens de opleiding meeloopt en leert van ervaren collega’s.
Wat moet je onthouden?
Als je een rijbewijs ambulance wil halen, heb je dus eerst een mbo-3 of 4 diploma, EHBO/reanimatie, minstens een C1-rijbewijs (soms C) en een medische keuring nodig. Daarna wacht een opleiding van zeven tot negen maanden die theorie, rijvaardigheid en praktijk combineert. Je start in dienst bij een RAV, werkt samen met een verpleegkundige en krijgt tijdens opleiding salaris. Het is geen makkelijke route, maar biedt juist daarom veel voldoening en afwisseling in het dagelijks werk.



